Toolbox

Initiatieven rond “Leren over de EU” op andere onderwijs - en opleidingsgebieden

Beschrijving: 

Initiatieven rond “Leren over de EU” ondersteunen scholen en aanbieders van beroepsonderwijs en -opleiding, ISCED 1-4, om hen in staat te stellen specifieke inhoud over EU-thema’s (onder andere democratie, geschiedenis van de EU, hoe de EU werkt, culturele diversiteit) aan te bieden. De activiteiten moeten tijdens het schooljaar worden uitgevoerd en kunnen projectweken, studiebezoeken en andere immersieve activiteiten omvatten.

De activiteiten zullen worden aangeboden door scholen en aanbieders van beroepsonderwijs en -opleiding (ISCED 1-4). Zij kunnen inhoud over EU-kwesties uitwerken en aanbieden en zelf of met de steun van instellingen voor hoger onderwijs of andere relevante organisaties (ngo’s, verenigingen enz.) leerervaringen creëren. Activiteiten die binnen dit onderdeel worden georganiseerd, zullen stimulansen bieden om op een inspirerende manier over de Europese Unie te leren. Zij zullen studenten helpen hun gevoel van verbondenheid met de EU te versterken, de impact van de EU op hun leven en hun inzicht in de mechanismen en het beleid van de EU te versterken.

Procedure: 

Wie kan een aanvraag indienen?
De aanvragers moeten:

een school of aanbieder van beroepsonderwijs en -opleiding (ISCED 1-4) zijn;
gevestigd zijn in een EU-lidstaat of in een met het programma geassocieerd derde land.     
Samenstelling van het consortium
Alleen aanvragen van afzonderlijke aanvragers zijn toegestaan (enige begunstigden).

Subsidiabele activiteiten
Een Jean Monnet-initiatief rond Leren over de EU moet gedurende drie opeenvolgende jaren ten minste 40 lesuren per schooljaar worden uitgevoerd met betrekking tot EU-thema’s.

Duur van het project
Projecten moeten normaal gesproken 36 maanden duren (verlengingen zijn mogelijk, indien deze naar behoren en via een wijziging worden gemotiveerd).

Waar aanvragen?
Bij het Europees Uitvoerend Agentschap onderwijs en cultuur (EACEA)

Oproep-ID: ERASMUS-JMO-2023-OFET-LEARNING-EU

Wanneer aanvragen?
Aanvragers moeten hun subsidieaanvragen uiterlijk op 14 februari om 17:00:00 uur (Belgische tijd) indienen.

Toekenningsvoorwaarden: 

Relevantie van het project - (maximaal 25 punten)
Het voorstel moet de relevantie ten aanzien van de doelstellingen van deze actie aantonen en die relevantie zal onder meer worden beoordeeld aan de hand van:

het type en het aantal EU-onderwerpen die voor het project worden voorgesteld;
innovatie en creativiteit in het voorstel;
het gebruik van digitale methodologie — voor zover mogelijk;
nieuwe onderwijs- en leermethoden om de vakken over de Europese Unie aantrekkelijker te maken en beter af te stemmen op de behoeften van leerlingen en studenten.
Kwaliteit van projectontwerp en -uitvoering - (maximaal 25 punten)
Wat de kwaliteit van het voorstel betreft, moet het volgende worden aangetoond:

de kwaliteit en praktische uitvoerbaarheid van de voorgestelde methode;
gebruikte onderwijsmethoden, met inbegrip van groepslezingen, seminars, werkcolleges, leren op afstand, maar geen individueel onderwijs;
bewijs van de duidelijkheid en inhoud van het voorgestelde werkprogramma, in alle fasen ervan (voorbereiding, uitvoering, evaluatie en follow-up).
Kwaliteit van het partnerschap en de samenwerkingsregelingen - (maximaal 25 punten)
Het projectvoorstel moet voorzien in het volgende:

bewijs van de duidelijke inzet van het bestuur van de school/aanbieder van beroepsonderwijs en -opleiding;
bewijs van een duidelijke inzet ter ondersteuning van leerkrachten bij de voorbereiding van inhoud en bij hun onderwijsactiviteiten;
bewijs van de monitoring van de activiteiten en zichtbaarheid van de resultaten die het bij dit initiatief betrokken personeel heeft behaald;
bewijs van de betrokkenheid van personeel met de relevante pedagogische vaardigheden.
Effect, verspreiding en duurzaamheid - (maximaal 25 punten)
Het projectvoorstel moet voorzien in het volgende:

het bewijs van passende maatregelen en middelen om ervoor te zorgen dat de resultaten en de voordelen van het project blijven duren na afloop van het project;
een duidelijke beschrijving van de verspreidingsstrategie binnen en buiten de instelling;
uitleg over het verwachte effect op de scholen en de aanbieders van beroepsonderwijs en -opleiding (ISCED 1-4), op de leerlingen, studenten en leerkrachten die van de activiteiten profiteren.
Om voor financiering in aanmerking te komen, moeten voorstellen in totaal een minimumscore van 70 punten behalen en een score van minstens 15 punten per toekenningscriterium. Bij een ex aequo tussen voorstellen binnen hetzelfde thema wordt voorrang gegeven aan de scores die zijn behaald voor het toekenningscriterium “Relevantie van het project” en vervolgens voor “Gevolgen”.

Bedrag: 

De maximale EU-subsidie per project is 30 000 EUR.

Websites en links naar downloadbare documenten: 

https://erasmus-plus.ec.europa.eu/nl/programme-guide/part-b/jean-monnet-...